Vorig jaar werd het plan al geopperd en vorige week was het zo ver. We gingen met Anne van Galen van www.overdebergen.nl sneeuwschoenwandelen in de Valle Maira. Dit dal (met zijdalen) ligt in de Italiaanse Piemonte. De groep bestond uit een aantal mensen waarmee we ook vorig jaar een tocht gelopen hadden en het weerzien was erg leuk. Maar ook de nieuwe tochtgenoten pasten goed in de groep, dus het werd gezellig. Er stonden lange dagen en vele (hoogte)meters op het programma, maar daar tegenover stonden luxe refugio’s om te slapen, heerlijk eten en voortreffelijke wijn (uit de regio).
Een van onze tochtgenoten maakte dit overzicht (dank je wel!), zodat meteen duidelijk is welke afstand we hebben afgelegd. De meeste dagen stegen en daalden we minimaal 900 meter. En de laatste dag legden we zelfs 18 km af. Op papier is het de zwaarste tocht die we ooit gemaakt hebben op sneeuwschoenen, maar door de zon viel het in de praktijk erg mee.Maar ik zal jullie verder niet vermoeien met cijfertjes, het is veel leuker om te laten zien hoe mooi het daar is.
Op zaterdag verzamelden we bij de Locanda degli Elfi in Preit, waar we nog in de zon een plaatselijk biertje dronken. Langzaam arriveerden ook onze tochtgenoten en spraken we de dag van de volgende dag door. Op zondag gingen we namelijk meteen 900 meter omhoog naar de Monte Giobert op 2439m. Het was een mooie klim met de op top schitterend uitzicht, naar onder andere de Monte Viso. Wat fijn om weer op sneeuwschoenen te staan!
Op maandag maakten we de eerste tocht met volle rugzak, we gingen naar het volgende zijdal en Refugio di Viviere. We liepen rustig omhoog en kwamen opeens een mooie open plek tegen. Omdat Anne ook yogatrekkings doet (in de zomer) leek het ons wel wat om yoga op sneeuwschoenen te promoten. Het wordt vast een hit!
Refugio di Viviere bleek een geweldige hut op een geweldige plek. Samen met nog drie tochtgenoten besloot ik (ingegeven door een kleine blessure) een dagje in/bij de hut te blijven op dinsdag. De rest liep een mooie wandeling en wij genoten van de zon en de koekjes (die ze heel lief kwamen brengen).
Op woensdag waren we er weer helemaal klaar voor. Op naar de volgende hut in Saretto. Om er te komen gingen we ruim 1200 meter omhoog en omdat het zo lekker ging en we nog een ander leuk topje zagen (ja, ik hoor het mezelf zeggen…) pakten we die ook nog mee. Het uitzicht was geweldig, ik kan eigenlijk alleen nog maar in superlatieven schrijven. Bij aankomst in de locanda bleek dat, wegens een gesprongen waterleiding, een deel van de groep in een hoger gelegen dorp ondergebracht moest worden. Jammer, maar overkomelijk, zij konden er immers ook niets aan doen.
Hoog boven Saretto en Chiappera ligt een kom in de bergen waar we op donderdag heen gingen. Weer zo’n 1300 meter stijgen. Dit keer voelde de stijg wat langer en steiler dan de andere dagen en ik vond het pittig. Dat kruis waar we naar toe wilden, kwam maar niet in zicht voor mijn gevoel. Het kan natuurlijk ook gelegen hebben aan dat het weer wat meer begon om te slaan, er was opeens wind. Dat waren we niet gewend. Het levert echter wel mooie plaatjes op!
We aten onze lunch in de (gloednieuwe) Bivaccio Danilo Satore, waarvan eerst de deur uitgegraven moest worden. Bijzonder om een keer zo’n bivaccio van binnen te zien. ’s Avonds sliepen we in de Scuola di Chiappera, wat weer zo’n fijne locatie bleek. Iedereen was aardig moe die avond, te zien aan alle rode wangen. Op vrijdag stond de laatste tocht op het programma, naar de Franse grens. Op papier was dit de zwaarste tocht, doordat hij lang was (18 km in totaal), maar de stijg was geleidelijk. Onderweg kwamen we gemzen tegen en keken we onze ogen uit in de mooie grote vallei die zo hoog boven het Valle Maira dal ligt. Op de grens met Frankrijk schreven we in het ‘col’ boek om daarna terug te keren naar de Scuola voor een laatste heerlijke maaltijd. Op zaterdag reden we vol verhalen terug naar Nederland. Al met al was het weer een geweldige week.